Brussel, 16 mei. 55.000 vakbondsleden kwamen op straat om te staken tegen de pensioenhervorming van de regering Michel. Waarom? Omdat ze langer moeten werken voor minder pensioen. En omdat ze het pensioen met punten niet zien zitten. Wat ze dan wel willen? Minder lang werken voor meer pensioen.
U kon die woensdag veel vinden op de Koning Albert II-laan in Brussel. Betogers, jong en oud. Hesjes, rood en groen. Pamfletten, slim en iets minder slim. Maar wat er nergens te bespeuren viel, dat was common sense. “Wij willen niet langer werken, wij willen werkbaar werk en een waardig pensioen.” Ik wil dat ook. Want als er iemand slachtoffer is van de pensioenregeling, dan is het wel de jongere generatie.
Noem me een pacifist, maar als ik een betere pensioenregeling wil, dan ga ik die niet afdwingen met geroep en getier. Zeker niet als die nieuwe regeling zelfs nog niet helemaal vastligt. Eerst denken dan doen. Eerst kijken wat er aangeboden wordt en dan dat aanbod accepteren of afslaan. En met een aanbod bedoel ik concrete maatregelen. Geen fantastische hypothesen die vakbonden uit hun magische bol plukken en verkondigen aan het volk.
Voor u denkt dat ik compleet wereldvreemd ben, ik begrijp ook wel waar de frustratie vandaan komt. Als kleindochter van een hardwerkende en trotse zelfstandige, word ik ook boos als ik zie hoe weinig dat oplevert aan het einde van de rit. Hier in België blijkt al te vaak dat onze politici zich niet bewust zijn van wat er zich afspeelt aan de voet van hun ivoren toren. En al zeker niet als het gaat om onze portefeuille.
Iedere maand wordt er RSZ van ons loon afgehouden om de sociale zekerheid te financieren. Het systeem volledig doen crashen hoeft niet. Maar zou het zo een ramp zijn als we gewoon allemaal zelf ons pensioen bijeen mochten sparen? Zelf kiezen hoeveel we iedere maand aan de kant zetten voor later? Of leven we dan toch niet in een democratie? “Natuurlijk wel,” sussen de bewoners van de ivoren toren. Natuurlijk wel. Alleen niet als het op ons eigen kapitaal aankomt.